Australië - part 1

Hey mates!

Inmiddels over de helft van onze East-coast trip in Australië, dus alweer tijd voor de volgende update. Australië is amazing! Het ene uitzicht nog mooier dan het andere, zo'n veelzijdige natuur en wildlife en de mensen zo aardig! De foto's geven een goed beeld maar in het echt is alles nog zoveel mooier. We reizen per campervan, die we gehuurd hebben in Sydney en waarmee we de gehele 3000 (!) km naar Cairns rijden. Met ons rijdend huis hebben we inmiddels een haat-liefde verhouding ontwikkeld: de vrijheid die een auto je geeft om overal te gaan en staan waar je wilt (als ie 't tenminste doet...) is heerlijk, maar het leven wordt wel vrij primitief haha. Daardoor beleven we wel weer van alles. Maar ik zal eerst bij Sydney beginnen.

Sydney
Zoals al in de vorige blog beschreven was de overgang van Bangkok naar Sydney behoorlijk groot, maar went het westerse leven ook wel weer snel. We verbleven in een heel leuk hostel, Wake Up, waar van alles werd georganiseerd. Zo hebben we de city Walk gedaan langs alle hoogtepunten van de stad, en de beach Walk waarmee we van Cogee naar Bondi beach liepen. Het voelde zo onwerkelijk om ineens bij het imposante Opera House te staan! Die zie je alleen met oud en nieuw op tv, en nu stonden we ineens zelf bij dé trekpleister van Australië. Andere hoogtepunten in de stad waren de botanic gardens waarbij je midden in de stad opeens in een tropische tuin staat met allemaal bijzonder bloemen en vogels, darling harbour met z'n mooie lichtjes en veel te dure drankjes, en Manley waar je met de ferry (onderweg een heel goed uitzicht op de Opera house en Harbour bridge) heen vaart en in een soort gezellig dorp terecht komt.
Ik vond Sydney echt een hele leuke stad door de combinatie van zakendistrict (met alle grote bedrijven in hoge flats en knappe mannen in pak) en strand (met een meer relaxte vakantie vibe). Verder kun je er heel goed winkelen en hebben we ons goed vermaakt in de pubs. Het blijft wel een hele prijzige stad: voor een cider betaal je minstens 7 dollar (ongeveer 5 euro), één bolletje ijs is 5 dollar en de club met een entree van 30 dollar hebben we ook maar even overgeslagen.

Blue Mountains
Tijdens ons verblijf in Sydney hebben we een dagtour naar de Blue Mountains gemaakt. Dit vond ik adembenemend mooi, zulke heldere kleuren en verbluffende uitzichten. Onze eerste stop was een reservaat in een national park waar we onze eerste kangoeroes hebben gespot! Ze zaten rustig in het gras ons terug aan te staren, soms hopten ze een paar meter verder. Daarna zijn we verder gegaan naar de Wentworth falls waar we een hike van een uur hebben gedaan. Toen was het tijd voor lunch waarbij we ook een Australische lekkernij hebben geproefd: Lamington, een soort cake met chocola en kokos eromheen. Daarna hebben we nog een wandeling gemaakt rondom de three sisters, drie uitstekende rotsen met een symbolische betekenis voor de aboriginals. De laatste stop was een brouwerij waar we huisgemaakte cider van de pink lady appel hebben gedronken, erg lekker.

Na Sydney begon ons avontuur met de campervan! We moesten hem ergens in een buitenwijk van Sydney ophalen en dat kostte ons wat zoeken maar uiteindelijk vonden we de garage. De uitleg ging behoorlijk rap en bij het deel onder de motorkap stonden we al helemaal met onze oren te klapperen dus hoopten we maar heel hard dat de 'camper' het zou blijven doen. En toen kon de reis beginnen! Het was in het begin heel gek om links te rijden, vooral met het oversteken van een weg blijf je maar naar beide kanten kijken want je weet niet meer zeker van welke kant de auto's nou kunnen komen. Maar het went ook snel en nu gaat het prima.
Na wat blikvoer bij de Aldi te hebben ingeslagen hebben we de eerste nacht doorgebracht bij een Subway langs de kant van de weg. Een paar andere Duitse meisjes zaten daar hun avondeten te eten: wortels en tomaat met een boterham, haha. Omdat het winter begint te worden koelt het 's avonds heel erg af, en is het eigenlijk niet echt meer mogelijk om buiten te zitten, dat is wel jammer. We gaan daarom vaak op tijd naar bed maar kunnen dan wel genieten van een enorme sterrenhemel via het luik in onze van. Je ziet hier veel meer van de sterren omdat er vaak lange stukken onbewoond zijn en er daardoor minder licht vanaf de aarde schijnt. We denken zelfs dat we de Melkweg kunnen zien, heel cool!
De tweede dag gingen we uitgeslapen weer op weg in de richting van Byron Bay, en we wilden onderweg nog een paar keer stoppen bij national parks (daar zijn er hier echt duizenden van). Nog voor lunchtijd begon onze auto echter tegen te stribbelen. O nee. We reden een heuvel op en de kilometerteller liep steeds verder af totdat we hem langs de kant moesten zetten. Daarna kregen we de auto niet meer aan de praat. Na nog een aantal verwoede pogingen hebben we road assistance maar gebeld. Het bleek dat we nogal op een lastige plek stonden want de beste man heeft ons wel 5 keer gebeld om te vragen waar we nou waren. Ja langs de snelweg boven Newcastle, verder weten wij het ook niet, er is hier niks. Toen hij ons eindelijk gevonden had en de auto nader had geïnspecteerd kwam hij met de treurige mededeling dat hij niks voor ons kon betekenen en dat er verder bij de garage naar moest worden gekeken. Are you kidding me? Het was serieus dag 2 en we werden al weggesleept! Ook wel weer grappig om na nog een uur wachten bij de vrachtwagenchauffeur in de truck te zitten met de auto op de aanhanger. Hij bracht ons naar een campingplek in het plaatsje Bulahdelah waar we de volgende ochtend (het was zondag) naar de garage moesten. Hij zou ons hier ook heen 'slepen'. De volgende ochtend had ook de mevrouw aan de telefoon van de sleepservice erg moeite met onze locatie. Na heel wat Babylonische spraakverwarringen brulden we bijna 'Bu-lah-de-lah' door de telefoon haha. Om een lang verhaal kort te maken: we zaten uiteindelijk drie dagen vast in het gat Bulahdelah voordat de garage de auto had gerepareerd. We kenden inmiddels het hele dorp: Trudy van de garage, Hermien van de supermarkt en Jan van de snackbar. Het bleek iets met de benzine te zijn, er zou verkeerde benzine in hebben gezeten waardoor de hele fuel pomp niet meer werkte, of zoiets. Gelukkig hebben we de auto gehuurd en gaat de rekening naar de rental company en krijgen wij een vergoeding. Back on the road again :)

Byron Bay
Onze eerste echte stop na Sydney was Byron Bay, een schattig dorpje met allemaal leuke winkeltjes en een hippie sfeer. Byron Bay staat bekend om zijn mooie strand met golven die perfect zijn voor surfen. In Australië kan je niet om het surfen heen dus wij hebben ook een les genomen bij Black Dog surfing school. We hadden een hele aardige leraar die alles goed uitlegde en die het deed lijken alsof het een eitje was. En om eerlijk te zijn: het ging verrassend goed voor een allereerste keer! Ik heb zelfs een paar keer gestaan en kon een heel stuk met de golf mee. Het gevoel dat je krijgt als je de golf pakt is echt heel cool :) Waarschijnlijk kwam het wel omdat de leraren je in de golf duwden en zo de goeie golven voor je uitzochten. De volgende dag toen we zelf meer moesten peddelen ging het namelijk stukken minder, maar was het nog steeds leuk om te doen.
Omdat Byron zo'n leuk plaatsje was besloten we er 's avonds uit eten te gaan. Maar eerst moesten we nog een douche vinden. Dat werd op zich ook wel eens tijd na 5 dagen... (ieelll). Dat douchen is nogal een dingetje. Op de gratis kampeerplekken is vrijwel nooit een douche en om er elke keer 5 dollar in een tankstation voor te betalen tikt ook nogal aan. De oplossing zijn de koude, maar wel gratis douches bij het strand. Dit heeft ons al heel wat gênante momenten opgeleverd: terwijl wij onze haren aan het inzepen zijn lopen de lokale mensen langs om hun hondje uit te laten. Maar goed, je geniet wel extra van het schone gevoel na de douche.

Surfers Paradise
Surfers Paradise is opeens een grote stad met hoge flats die opdoemt aan de horizon. Hier draait het vooral om luxe optrekjes, de boulevard en uitgaan. Heel leuk om in de winkels rond te snuffelen en jaloers naar binnen te gluren bij peperdure maar supermooie appartementen aan het strand. Maar bij zo'n stad is het met de van altijd maar weer de vraag: waar te parkeren/kamperen? We wilden eigenlijk heel graag wat meekrijgen van het uitgaansleven maar er zijn geen kampeerplekken op loopafstand van de stad. Uiteindelijk hebben we gewoon illegaal langs de weg geparkeerd, dichtbij het strand. Koken met ons gaspitje zou iets teveel opvallen dus hebben we in het donker maar brood met wortel gegeten als avondeten (dat was zo gek nog niet van die Duitsers hahah). We hebben 's avonds gedanst met locals en een kijkje genomen in een van de clubs. Dat was leuk en ook weer prijzig ($ 10,- voor een cider!), maar we hebben ons zeker goed vermaakt.

Brisbane
Brisbane viel ons een beetje tegen, het was vergeleken met Sydney en Surfers een beetje saai. Maar misschien hebben we gewoon de verkeerde delen van de stad gezien. We hebben een stadswandeling gemaakt langs de haven en door het park, en hebben heerlijk geluncht bij the Coffee club. Daarna nog wat gewinkeld, langs de art gallery gelopen en toen terug naar de auto om weer verder te rijden.

Noosa
Onderweg naar het national park Noosa zijn we nog gestopt bij de Glass Mountains en bij het gezellige kustplaatsje Mooloolaba. De Glass Mountains waren vulkaanachtige bergen die in het platte landschap erg opvallen. Het viewpoint gaf een heel mooi uitzicht. In Mooloolaba hebben we aan het strand geluncht en gekampeerd met een prachtig uitzicht op zee. Op deze momenten waardeer ik de van meer omdat je wanneer je met de bus reist nooit bij zulke plekken zult stoppen.
In het national park in Noosa hebben we prachtige wandelingen gemaakt door het bos, het tropische regenwoud en langs het strand. De kustlijn geeft hier hele mooie uitzichten en er worden hier vaak walvissen gespot wanneer ze richting het zuiden trekken. Helaas waren wij voor de walvissen nog te vroeg in het seizoen. Wel hebben we hier een leguaan, de bekende Australische lachvogel en onze eerste koala gezien! Die zijn zo schattiggg. Onze gids in de Blue Mountains vertelde ons dat koala's eigenlijk maar twee uur per dag wakker zijn om te eten, en daardoor de rest van de dag kunnen slapen. We hebben Noosa afgesloten met een echte Australische burger in een gezellig tentje.

Fraser Island
Na Noosa was het tijd voor onze eerste trip! Vanuit Rainbow beach vertrokken we met een groep van 50 backpackers richting Fraser Island. Fraser Island is het grootste zandeiland ter wereld dat begroeit is met bos en regenwoud, een unieke combinatie want normaal gesproken groeit er niks op zand. Je mag het eiland alleen op met 4WDs dus was de groep verdeeld over 7 jeeps. We hadden een heel leuk groepje met twee Engelse meisjes en twee Duitse meisjes met wie we de hele tour zijn opgetrokken. Wij zaten de eerste dag bij onze tourleader Muzza die typisch Australisch en heel aardig was. De regel van 4WDs is er niet voor niks want we waren nog niet bij de ferry of de eerste auto zat al vast in het mulle zand. Gelukkig konden we na niet al te lang wachten weer verder, op weg naar lake McKenzie. De tocht van 2,5 uur was een echte 'bumpy ride' met headbang muziek van Muzza op de achtergrond haha. Lake McKenzie was suuupermooi, dit was volgens mij het meest blauwe en heldere water dat ik tijdens de reis heb gezien. We hebben hier 1,5 uur genoten en gingen toen richting het kamp waar we twee nachten zouden verblijven. Joyce en ik hadden gehoopt op wat meer luxe na onze nachten in de van maar helaas werd het slapen op een dun yogamatje in een tent. Al was het kamp wel heel gezellig; elke avond samen koken, bij het kampvuur zitten en goon drinken (4 liter mega zoete drank, maar wel cheap) en je kon zelfs naar een danszaaltje. De volgende dag zijn we naar de creek geweest waar we op het strand gevolleybald hebben. Dat was lang geleden, maar wel weer superleuk om een keer te doen. Daarna nog naar een scheepswrak, champagne showers (het zeewater klotst hier tegen de rotsen waardoor er een klein zwempoeltje ontstaat waar je haaivrij kan zwemmen) en naar Indian head, een uitkijkpunt over de enorme zandstrook langs de zee en de duinen. We wisselden elke dag van auto zodat iedereen de kans kreeg om te rijden, en zo was het vandaag ook mijn beurt. In het begin een beetje spannend omdat het al lang was geleden dat we in een auto met versnellingen hadden gereden (de van is een automaat), maar uiteindelijk supervet om zo'n krachtige auto te besturen! Vooral de hobbelpaadjes en het mulle zand waren wat meer uitdaging wat het juist heel cool maakte om te doen. Onderweg hebben we ook nog veel geluk gehad met het spotten van Australian wildlife: we hebben een dingo gezien, een schildpad (al was ie dood :( ), dolfijnen, een haai en zelfs een walvis! Heel gaaf om deze dieren in het wild te zien, ik ben de natuur echt meer gaan waarderen door Fraser Island.

Nu het einde van de reis in zicht komt heb ik aan de ene kant heel veel zin om iedereen weer te zien, maar aan de andere kant zal ik Australië en de vrijheid hier zo erg gaan missen! Nog 2 weken optimaal genieten :) Ik zou vanuit Cairns direct terugvliegen naar Nederland maar ik heb de stop-over in Hongkong met drie dagen verlengd. Joyce gaat na Australië nog 3 weken backpacken in Indonesië. Ik ben heel benieuwd naar de mega stad Hongkong en ook hoe het is om (nog even) alleen te reizen.

Tot de laatste blog!

XX,
Anne-Marijke